Hereditary


‘Zo. Dus jullie durven het aan?’ vroeg de gastheer die onze kaartjes scheurde en ons wees naar de zaal. Beducht liepen we het donker in, naar twee uur durende horror, van het onuitsprekelijke soort.
En het was ook creepy, hoe de camera inzoomt op een poppenhuis waar het verhaal zich ontvouwt. De moeder, die beroepsmatig miniaturen priegelt van persoonlijke gebeurtenissen. De dochter, die op z’n minst sociaal onhandig is. De oma, met haar eigenaardige vrienden en rituelen, die bij aanvang al is overleden, maar nog wel aanwezig lijkt.
Aanvankelijk lijkt het gezin met vader en zoon nog redelijk normaal. Herkenbaar. Juist daarin schuilt de kracht van de film. Langzaam maar zeker word je meegezogen in een wereld die steeds vreemder wordt, maar de stapjes zijn zo klein en zo subtiel dat de grenzen van wat geloofwaardig is ver mee verschuiven in een alternatieve werkelijkheid.
Tot je je na afloop afvraagt: wat heb ik nu precies gezien? Het was bloederig, luguber, met een lijk en geesten, ik schrok een enkele keer. Maar angstaanjagend? Nee, dat viel best mee. Ik was vooral bang om de titel verkeerd uit te spreken.